Artiest van de Maand

The Carpenters
The Carpenters waren een Amerikaans muziek- en zangduo in de jaren zeventig van de twintigste eeuw. Het duo bestond uit broer en zus Richard (New Haven (Connecticut), 15 oktober 1946) en Karen Carpenter (New Haven, 2 maart 1950 – Downey (Californië), 4 februari 1983). Ze hadden talloze hits zowel in de VS als in Europa met hun melodieuze popliedjes.
Midden jaren zestig probeerden broer en zus Carpenter carrière te maken in de muziek, maar het lukte hen niet om een platenmaatschappij te vinden die met hen in zee wilde. In mei 1966 leek er schot in de zaak te komen toen Karen met Richard meeging die auditie moest doen bij bassist Joe Osborn. Karen werd gevraagd een stukje mee te zingen en kreeg direct een contract aangeboden als solozangeres. Ze bracht twee singles uit, I’ll be yours en Looking for love, maar de platenmaatschappij ging failliet, dus de veelbelovende start liep op niets uit. In deze periode vormden Karen en Richard samen met de bevriende bassist Wes Jacobs het trio “The Richard Carpenter Trio”, een instrumentale jazzband. Ze wonnen in 1966 de talentenjacht “Battle of the Bands” en werden gespot door het platenlabel RCA. Deze platenmaatschappij besloot uiteindelijk echter hun platen toch niet uit te brengen, en omdat er aan het commerciële potentieel van het trio werd getwijfeld, werd het contract al snel beëindigd. Karen en Richard vormden daarna met vier studenten van de California State University de band Spectrum en speelden al snel voor volle zalen in de regio. Een platencontract zat er niet in voor deze band, maar Karen en Richard deden veel ervaring op en hielden er een tekstschrijver aan over (John Bettis).
Nadat de band Spectrum uiteengegaan was, besloten broer en zus Carpenter als duo verder te gaan: Karen op drums, Richard op toetsen, en beiden als zangers. Ze stuurden demo’s op naar diverse platenmaatschappijen en trokken zo de aandacht van Jack Daugherty van A&M Records. Ze tekenden een contract in 1969. Hun eerste album, Offering, bevatte veel materiaal dat Richard had geschreven in de Spectrum-periode. Het opvallendste nummer op het album was echter een cover van het Beatles-nummer Ticket to Ride. Dit werd een kleine hit voor de Carpenters. De lp werd opnieuw uitgebracht onder de naam Ticket to Ride, en verkocht redelijk. De platenmaatschappij regelde een optreden voor het duo tijdens de premières van de films Goodbye Mr. Chips en Hello Dolly in december 1969.
Richard en Karen braken echt door in 1970, met hun vertolking van Burt Bacharachs nummer (They Long to Be) Close to You. Deze single stond vier weken op de eerste plaats in de Amerikaanse hitparades. Hun daaropvolgende single We’ve Only Just Begun behaalde de tweede positie, en werd dus de tweede grote hit voor het duo. Beide nummers stonden ook op het album Close To You, dat een bestseller werd. De Carpenters sloten het jaar af met een kerstsingle, Merry Christmas Darling. Dit nummer werd gedurende de jaren erna regelmatig rond Kerst uitgebracht. Een reeks van hits volgde in de jaren zeventig, waaronder Sing, Yesterday Once More en Top Of The World. Een album met “greatest hits” volgde, The Singles 1969-1973. Deze lp stond lang op de eerste plaats in zowel de VS als in Groot-Brittannië. Het werd een van de best verkochte lp’s van het decennium, waarvan er alleen al in de VS meer dan zeven miljoen werden verkocht.
Om hun albums te promoten traden de Carpenters zeer veel op, zowel tijdens tournees als tijdens televisieshows. In 1973 werden ze uitgenodigd door de Amerikaanse president Richard Nixon om in het Witte Huis te spelen, waar op dat moment de West-Duitse bondskanselier Willy Brandt te gast was.
Het intensieve toerschema leidde ertoe dat het duo in 1973-1974 geen tijd had om nieuw materiaal op te nemen. In plaats daarvan kozen ze ervoor om een nummer van hun album Song For You opnieuw uit te brengen (I Won’t Last a Day Without You). Dit nummer behaalde de elfde plaats in de Amerikaanse hitparades. In hetzelfde jaar (1974) brachten de Carpenters een cover uit van Hank Williams’ hit Jambalaya (On the Bayou), in een up-tempoversie. Dit werd in de VS niet als single uitgebracht, maar werd in Europa en in Japan een van hun grootste hits. Hun versie van het Marvellettes-nummer Please Mr. Postman werd in 1975 de laatste nummer-een-hit van het duo. Eropvolgende singles als Only Yesterday en Solitaire (geschreven door Neil Sedaka) haalden nog wel de Amerikaans/Engelse hitparades maar werden geen grote hits. De lp’s die in de periode hierna werden uitgebracht lieten hetzelfde verkooppatroon zien: ze verkochten nog wel, maar de echte “verkooprecords” bleven uit. De disco-age was ingezet in de VS, en easy listening was uit de mode.
Hoewel de echt grote hits verder uitbleven, bleef het duo zeer geliefd bij het publiek. In 1978 scoorden ze nog een kleine hit met het country-achtige nummer Sweet, Sweet Smile. Ze brachten in datzelfde jaar in Europa opnieuw een album met “greatest hits” uit, met singles uit de jaren 1974-1978. In de VS brachten ze gelijktijdig een kerstplaat uit, A Christmas Portrait. Dit bleek een uitzondering op hun neergaande populariteit te zijn en werd een seizoenstopper. Ze bleven hun televisieshows doen in de VS en scoorden daarmee steeds nog goede kijkcijfers. In 1980 scoorden de Carpenters voor de laatste keer in de Amerikaans/Engelse hitparade met het nummer Touch me when we’re dancing afkomstig van wat later zou blijken hun laatste studio-lp Made in America.
Medio jaren zeventig begon het intensieve optreden en het gebrek aan vrije tijd hun tol te eisen. Karen ontwikkelde een obsessie voor haar gewicht en leed aan anorexia nervosa. Dit kwam in 1975 aan het licht toen er optredens afgezegd moesten worden vanwege oververmoeidheidsverschijnselen van de zangeres, nadat ze bij een optreden in Las Vegas was flauwgevallen tijdens het zingen van Top Of The World. Op zijn beurt was Richard verslaafd geraakt aan methaqualon, een barbituraat. Deze gebeurtenissen leidden tot het einde van de liveoptredens van het duo in 1978.
Het nummer wat je deze week kunt beluisteren is :
Sweet Sweet Smile